Een voorproefje: Sint-Augustinus
In 1928 promoveerde Hannah Arendt, nauwelijks 22 jaar oud, bij Karl Jaspers op een proefschrift over de gedachten van kerkvader Sint-Augustinus (354-430) over de liefde. Het is een ingewikkelde tekst, met veel verwijzingen naar zijn werk. In mijn eerste hoofdstuk bespreek ik dit boek. Ik heb het ingedeeld in vier hoofdonderwerpen:
1. de liefde die mensen samenbrengt tot een gemeenschap
2. iets nieuws beginnen: het unieke menselijke vermogen
3. de wil: een nogal raadselachtig mentaal vermogen
4. de wereld: het (t)huis van mensen
In 1928 al benoemt Arendt deze thema's die haar haar hele leven zouden blijven bezighouden. Vooral 'iets nieuws beginnen', dat is een echte 'lange lijn'. Ze geeft er de term 'nataliteit' aan: het enkele feit dat we geboren worden, maakt ons mensen tot beginners. Het is bij Arendt geen psychologisch begrip, maar duidt aan hoe wij 'politiek' bestaan: als mensen tussen andere mensen, in de wereld die we met elkaar opbouwen en die steeds vernieuwd wordt.